Onderzoek: behoud van VVT-medewerkers nodig

Ruim een derde (36%) van de medewerkers in de verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) wil binnen vijf jaar vertrekken bij de huidige werkgever, minder dan een kwart (21%) zet stappen in die richting en het afgelopen jaar is 10% daadwerkelijk vertrokken. Dat zijn enkele uitkomsten uit het onderzoek ‘Behoud van medewerkers in het sociaal domein’ dat onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF) deed in opdracht van AZW.

Werksfeer

De VVT is een van de sectoren binnen het sociaal domein, naast huisartsen, ggz, gehandicaptenzorg, kinderopvang, jeugdzorg en sociaal werk. Het percentage VVT-medewerkers dat binnen vijf jaar een andere baan wil, is iets lager dan dat in de andere sectoren van het sociaal domein. De belangrijkste reden waarom ze weg willen is ontevredenheid over arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, zoals de manier van werken en aansturing door de leidinggevende, de werksfeer en samenwerking, en de uitdaging in de werkzaamheden. Ook agressie van cliënten en collega’s speelt een rol.

Uitstroom tegengaan

De VVT heeft de grootste uitstroom binnen het sociaal domein, al liet het afgelopen jaar wel een daling zien: van 17% in 2018 naar 10% in 2019. Misschien ligt die daling aan het feit dat veel VVT-werkgevers actie ondernemen om uitstroom tegen te gaan – meer dan andere werkgevers in het sociaal domein. Maar VVT-medewerkers lijken zelf niet actief om hun positie te verbeteren: ze volgen minder vaak een vakinhoudelijke of andere cursus dan medewerkers uit de andere sectoren van het sociaal domein.

Mentoren

De onderzoekers geven in het rapport voorbeelden uit de praktijk van behoud van medewerkers. Zo hebben ze voorbeelden van ouderenzorginstellingen die oudere medewerkers inzetten als mentoren van nieuwe collega’s en voorbeelden van betere aansturing door de leidinggevende.

Lees het volledige onderzoeksrapport.