Routekaart stap 4 – Draagvlak creëren

Routekaart stap 4 – Draagvlak creëren

Het is belangrijk tijdens het gehele project rond duurzame inzetbaarheid aandacht te besteden aan het creëren en behouden van draagvlak. Dus niet alleen als het plan van aanpak in uitvoering gaat, maar ook al daarvoor. In stap 4 wordt het versterken van draagvlak belicht en er staan twee vragen rond het thema draagvlak centraal;

Hoe kan draagvlak op de werkvloer worden gecreëerd?

Als duidelijk is wat de organisatie met duurzame inzetbaarheid beoogt (stap 1) en hoe de organisatie duurzame inzetbaarheid wil versterken, is het essentieel  om de werkvloer te informeren en te betrekken.

Is er (nog) voldoende draagvlak voor uitvoering van het plan van aanpak op managementniveau?

Zo vlak voor de uitvoering van het projectplan het verstandig te controleren of aan alle randvoorwaarden is voldaan en of er op managementniveau  (nog ) voldoende draagvlak voor is. Als er twijfel is over de aanwezigheid van draagvlak, is het van belang hierover het gesprek aan te gaan.

Tips voor het creëren van draagvlak bij bestuur en management

Deelnemers aan het lerend  netwerk geven de volgende tips:

  • Zorg voor draagvlak op voldoende hiërarchisch niveau (Raad van bestuur en het managementteam) en iemand die in het managementteam (MT) verantwoordelijk is voor duurzame inzetbaarheid. Pas dan kan een project om duurzame inzetbaarheid te stimuleren beginnen.
  • Een P&O-er adviseert: ‘Als  je met de Raad van bestuur en het MT om tafel gaat zitten om draagvlak te creëren voor duurzame inzetbaarheid, is het van belang dat je er zit met je “P&O hart”(met betrokkenheid en passie voor het eigen vakgebied).
  • Leg de verantwoordelijkheden van de Raad van bestuur en/of het MT vast in het plan van aanpak.

Hou gedurende de gehele looptijd van het project in de gaten of er nog steeds draagvlak is. Hou de Raad van bestuur en het MT betrokken door hen te informeren over de voortgang. Maak eventuele knelpunten in de voortgang bespreekbaar.

Tips voor creëren van draagvlak op de werkvloer

De deelnemers aan het lerend netwerk geven hiervoor de volgende tips:

  • Het is van belang om eerst een visie op duurzame inzetbaarheid te formuleren. Daarna  zijn verwachtingen die aan medewerkers worden gesteld makkelijker aan hen uit te leggen.
  • Om draagvlak te bevorderen is het van belang om aan medewerkers uit te leggen wat duurzame inzetbaarheid en de meerwaarde er van is.  Het is belangrijk dat medewerkers de meerwaarde begrijpen en inzien.
  • Stem de boodschap af op de doelgroep. Denk goed na en kijk goed naar hoe de boodschap aan medewerkers wordt overgebracht. Hoe legt u uit wat duurzame inzetbaarheid en het belang ervan is? Welke woorden gebruikt u?
  • Maak gebruik van de kracht van de herhaling door het onderwerp duurzame inzetbaarheid op verschillende manieren en via verschillende kanalen terug te laten komen.
  • Zorg ervoor dat duurzame inzetbaarheid op meerdere plekken binnen de organisatie op de agenda wordt gezet. Bespreek duurzame inzetbaarheid zowel in groepsverband met medewerkers (bijvoorbeeld tijdens het werkoverleg) als met individuele medewerkers (bijvoorbeeld tijdens functioneringsgesprekken). En informeer medewerkers schriftelijk over de voortgang, bijvoorbeeld via de nieuwsbrief van de organisatie of intranet.

Draagvlak door aan te blijven haken

Draagvlak vraagt voortdurend aandacht, een van de deelnemers aan het lerend netwerk maakt het onderwerp als volgt bespreekbaar:

‘In mijn functie woon ik regelmatig  bijeenkomsten met medewerkers bij. Ik probeer dan vaak ook iets over het project en het onderwerp te vertellen. Onlangs heb ik bijvoorbeeld een aantal bijeenkomsten op verschillende locaties gehouden over de MIC en arbo-meldingen. Ik heb toen ook iets gezegd over de relatie van dit onderwerp met duurzame inzetbaarheid. Dit werkt. Ook sluit ik geregeld aan bij een werkoverleg van de verschillende teams en afdelingen. Dan vertel ik waar ik op dat moment mee bezig ben, dus ook over duurzame inzetbaarheid.’

Stof tot nadenken

Goed zorgen voor een ander, minder voor zichzelf

Zijn aan de duurzame inzetbaarheid van VVT-medewerkers andere uitdagingen verbonden in vergelijking met  medewerkers in andere sectoren?  De deelnemers aan het lerend netwerk denken van wel, in ieder geval in de zorg. Medewerkers in de VVT zorgen heel goed voor een ander. Dit lijkt bijna ingebakken in de persoonskenmerken van medewerkers. Maar goed zorgen voor een ander vereist dat degene die de zorg verleent vitaal is, over de vereiste competenties beschikt maar zeker ook het werk met plezier doet. Zorgen voor een ander kan dus alleen als je ook voor jezelf zorgt. Is dit herkenbaar voor je? En voor jouw collega’s?

Zijn medewerkers zich bewust van duurzame inzetbaarheid?

Zien medewerkers in de VVT het belang van duurzame inzetbaarheid (voldoende) in? Binnen de meeste organisaties die deelnamen aan het lerend netwerk is er nog volop werk aan de winkel. Hoewel binnen de meeste organisaties al de eerste stappen zijn ondernomen om hen te informeren over duurzame inzetbaarheid blijkt dat duurzame inzetbaarheid binnen de meeste organisaties nog niet leeft onder medewerkers:

‘Bij zorgmedewerkers leeft duurzame inzetbaarheid nog niet erg. Het gewone werk komt eerst.’

‘Duurzame inzetbaarheid is een thema dat momenteel nog niet leeft binnen de organisatie. Ondanks ontwikkelingen in de sector voelen medewerkers nog geen urgentie. Ze zijn niet bang om hun baan te verliezen, ondanks dat op korte termijn veel baanverlies wordt verwacht. Ze zijn eraan gewend dat de werkgever wel voor ze zorgt, dus waarom werk maken van de eigen inzetbaarheid? Werkgevers zijn ook gewend om voor hun medewerkers te zorgen.’

‘Wat het moeilijk maakt, is dat binnen de zorg veel medewerkers met kleine parttime banen werken. Zij zijn minder betrokken bij de organisatie.’

‘Duurzame inzetbaarheid is geen thema waar medewerkers mee bezig zijn. Als er iets gebeurt met een medewerker, dan wordt daar wel op ingespeeld. Maar als er geen klachten zijn, dan zijn medewerkers niet met duurzame inzetbaarheid bezig.’

‘Het idee van duurzame inzetbaarheid zal door een deel van de medewerkers goed ontvangen worden, maar door een deel ook niet. Het probleem is dat medewerkers pas inzien dat het echt niet meer gaat als het al te laat is (en het ook echt niet meer gaat).’

Logo Europees Sociaal Fonds